Schoondijke krijgt na tien jaar wachten een multifunctioneel centrum (mfc) en daar tast de Sluise gemeenteraad flink voor in de buidel. Van een jubelstemming was donderdag in de raadszaal geen sprake door een heet hangijzer: duurzaamheid.
,,Nou, gefeliciteerd voor u op de publieke tribune”, zei burgemeester Marga Vermue, nadat de gemeenteraad besloot dat er ruim drie miljoen euro wordt uitgetrokken voor de bouw van een mfc in Schoondijke. Dat was, vreemd genoeg, geen overbodige opmerking naar de Schoondijkenaren die er zaten.
Want hoewel het er op papier keurig uitziet – op één stem na ging de hele raad akkoord met het voorstel van het college om energieneutraal te bouwen – legde de discussie een zenuw bloot. Er wordt in Sluis al jaren geprobeerd ‘iets’ aan duurzaamheid te doen en een inhaalslag te maken. Maar: Sluis kijkt liever eerst de kat uit de boom. Zo werd de gemeente pas vorig jaar lid van het Zeeuws Klimaatfonds, nadat Sluis op de vingers werd getikt door het fonds. Het ZKF financiert zonne-coöperaties en Sluis droeg daar voorheen niets aan bij, terwijl daar de meeste coöperaties werden opgericht. Een duurzaamheidsvisie leidde ook niet tot grote resultaten, tot irritatie van de meest milieuvriendelijke fracties in de raad.
Ook donderdag kreeg voorzichtigheid de overhand. Er werden drie bouwopties gepresenteerd. Een sobere duurzame variant, een energieneutrale die de voorkeur van het college had én een voor Zeeland nieuwe manier van bouwen met duurzaamheidscertificaat. ‘Wij werken niet mee aan symboolpolitiek. Duurzaamheidsmaatregelen moeten ook lonen’, staat in het coalitieakkoord en daar hield het college aan vast. Om de bouw niet in de weg te zitten, gingen alle fracties – behalve GroenLinks, dat een signaal wilde afgeven – daar in mee.
Worst
De voorkeursvariant, die in feite al een flinke stap voorwaarts is, werd echter overschaduwd door de nóg duurzamere optie die de raad als een worst kreeg voorgehouden. De bouw met een BREEAM-certificering werd gepresenteerd met de toevoeging dat Sluis voorop zou kunnen lopen in de provincie. Dat bracht onrust en een ‘nu of nooit’- gevoel. Zelfs de ondernemingsraad liet openlijk weten dat dit een kans is, wat een ongebruikelijke stap is. Normaal gesproken bemoeien ambtenaren zich immers niet dagelijks met politieke besluitvorming, en al helemaal niet in het openbaar. Joyce Kramer (PvdA) bracht dat onder woorden: ,,Onze ambtenaren hebben ambitie, zij adviseren ons om een stap verder te gaan. Bijzonder dat dit niet het voorstel van het college is.”